1928
In dit grote pand met hoge stenen zijtrapgevels en een houten voorgevel was het vleeshouwersgilde gehuisvest. Op de begane grond was een ingang van het Vleeshuis. Deze ingang zal het huis in tweeën hebben verdeeld, aangezien het met twee afzonderlijke hertogcijnzen van ieder 12½ 'groten' is belast. Beide cijnzen worden gedurende de gehele 16de eeuw door dezelfde persoon betaald. Er wordt geen cijns geheven voor de twee straatkelders en de ingangen van de twee kelders onder het huis. Uit de haardentelling uit 1553 blijkt dat er twee verschillende bezitters van beide bouwdelen zijn. In het linker deel moet de bezitster, de weduwe van Willem die Luwe, voor drie schouwen betalen. De kelder is dan verhuurd aan Aart Willemsz die voor een schouw moet betalen. Voor het rechter deel wordt Lambert de Haze aangeslagen voor drie schouwen. Deze belasting lijkt voor het hele huis te gelden. Een grote aantal van zeven schouwen is verklaarbaar voor een huis, dat uit vier bouwlagen en meerdere zolders bestaat. Op de oude afbeeldingen is aan de linkerzijde van het pand in het midden van de zijtopgevel een schoorsteen weergegeven. Deze kan op de drie verdiepingen een stookplaats hebben gehad. Mogelijk bevonden zich ook tegen de rechter zijmuur rookkanalen. De ruimte rechts naast de poort van het Vleeshuis, die in gebruik zal zijn geweest bij het vleeshouwersgilde zal zeker een stookplaats gehad hebben. De begane grond is relatief laag. Is hier sprake van een insteek ? De erboven gelegen ruimte is daarentegen buitengewoon hoog. De eerste en tweede verdieping zijn met hun aaneengesloten vensters zeer geschikt voor bewoning. De derde verdieping heeft echter veel kleinere vensters. Bij de sloop van het pand in 1962 zijn enkele foto's gemaakt van de nog geheel aanwezige balklagen. Hieruit blijkt dat er drie balkvakken waren met een houtskeletconstructie die over de volle breedte van beide bouwdelen doorliep. De moerbalken waren voorzien van sleutelstukken met peerkraalprofilering. De hoge steile kap met drie zolders was toen reeds verdwenen. | 283 |
de Laat1468. "De groote Esel" anno 1612. | 74 |
1865 | M. Hurkens (logementhouder) |
1875 | M. Hurkens (logementhouder) |
1881 | M. Hurkens (logementhouder) |
1908 | J.C. de Laat (logement-koffieh.houder) |
1910 | J.C. de Laat (logement-koffieh.houder) |
1923 | Cornelis J. Driessen (chauffeur) |
1928 | J.C. de Laat |
1943 | P.W. Hendrikx (sigarenmaker) - J.A. Klompenhouwer (kastelein) - J. Meuwese |